top-banner
HOME  
Hoe het begon

Toen Gérard Gilles na de vlucht in het begin van 1940 uit Frankrijk terugkeerde, wilde hij rechtstreeks noch onrechtstreeks te maken hebben met de productie van al wat met militair materiaal te maken had. Als zelfstandig electricien begon hij bloemzeven en karnmachines te maken. De vonk sprong echter over bij een schroothandelaar, waar hij een metalen locomotief, waarschijnlijk JEP, in spoorbreedte 16.5mm (HO) aantrof.

In 1941 zag het eerste stuk met merknaam Gils het daglicht: een tram met stroomvoorziening via een trolley (rijrichting omkeerbaar door omkering van de stand van de trolley), gebaseerd op de Luikse stadstram. Dit alles met spoorbreedte ' I ' (45mm), die toen weinig gebruikelijk was. Alle onderdelen werden zelf gemaakt of gegoten, tot de boutjes toe, te beginnen met de matrijzen. De tram werd verkocht in een blauwe doos die ook de rails en de trafo bevatte. Noch de tram, noch de doos vertoonde de merknaam Gils. Tram in zijn doos Ondanks alle inspanningen kon de bestelling van 400 eenheden voor Sint-Niklaas van 1941 niet gerealiseerd worden en werden in november '41 slechts 200 eenheden afgewerkt. Omdat Grand-Bazaar geen onverkochte stock wilde riskeren werden de resterende 200 sets, nogthans afgewerkt enkele dagen voor de komst van de Sint, niet afgenomen. Toch werden deze 200 sets nog bij Grand-Bazaar afgegeven. Ze oogden fraai in de vitrines van Grand Bazaar en waren snel allemaal verkocht. Er was ook een aanhangwagen voorzien, maar door de problemen met de eerste levering geraakte deze niet verder dan de tekentafel.

Op advies van de winkelverantwoordelijken van Grand-Bazaar werd in 1942 de tram opzij geschoven ten voordele van de trein, daar die bij het publiek beter in de smaak vielen. Het werd een replica van de Santa Fe, een Amerikaanse trein, symbool van vrijheid en grootsheid. De familie Gilles verhuisde naar Jupille, naar een grotere woning, nodig voor de productie. De trein werd geproduceerd via de techniek van op zand gegoten metaal, en dit zowel voor de locomotief als voor de rijtuigen. De ruwe gietvormen werden glad gemaakt en gepolierd, en naderhand met de hand gedecoreerd. Bedenk bij dit alles dat deze legering van gegoten aluminium werd verwerkt onder de neus van de bezetter, die dit materiaal natuurlijk bij voorkeur gebruikte in de vliegtuigindustrie! Het benodigde materaal diende aldus via vervalste documenten bij de staalnijverheid verkregen te worden. Gérard was op zijn eigen manier verzetsstrijder die via de speelgoedproductie materiaal ontnam aan de vliegtuigindustrie van de bezetter. Helemaal gek wordt het wanneer u weet dat die eerste 'SilverGils', een model van een Amerikaanse Santa Fe trein, in Grand Bazaar erg in de smaak viel van ... de Duitse officieren, die deze treintjes kochten en naar hun familie zonden! Deze treinset kostte in 1942 in de Grand-Bazaar dan ook 2.500 BEF, toen een aanzienlijk bedrag, zodat deze treintjes enkel voor de zeer gegoeden was weggelegd. Niettemin werden alle gefabriceerde sets snel verkocht. 

Er werd reeds voor deze eerste geproduceerde trein gekozen voor een drierail-systeem met 3 onafhankelijke rails, bedacht door Gérard Gilles, waardoor de mogelijkheden op het net werden uitgebreid. De rails werden gemonteerd op metalen biels, met kartonnen isolatieplaatjes.

 

'Massa'-Productie

Naast de familie Gilles werkten er op dat moment ook enkele kinderen, en 's avonds zelfs 3 gemobiliseerde militairen. De patroons werkten zelf niet zelden meer dan 10 uur per dag. 

In 1943, werd overgeschakeld op spoorbreedte ' 0 ' (32mm) zoals JEP en Marklin. In tegenstelling tot de andere grote treinfabrikanten ging bij Gils de 'gegoten' periode aan de 'tin-plate' vooraf. Bij het eerste element, dezelfde Santa Fe locomotief als de versie in schaal I, maar dan met spatborden, dat in ' 0 ' werd gegoten waren ook rijtuigen, weliswaar met een herzien design, en met rode in plaats van paarse banden op de flanken. 


Ook de rails in O-schaal werden zelf gemaakt. De metalen biels van de I-spoor rails werden echter vervangen door bakelieten biels die werden gemaakt mits een wafelijzer-achtige machine en stuk per stuk manueel afgebraamd.

Later, in 1945, kwam er een eerste aerodynamisch gevormde stoomlocomotief, in verscheidene kleuren: zwart, groen en grijs. Ook deze was vervaardigd uit gegoten aluminium. De treinen werden vervolledigd met reizigerswagens met dezelfde aerodynamische vorm, of goederenwagens uit lithografisch bedrukt blik. De eerste goederenwagens waren echter voorzien van houten zijwanden. Geen enkele van de locomotieven in gegoten aluminiumlegering droegen de merknaam Gils!

Na de bevrijding werden bergen lege conservendozen van het Amerikaanse leger uitgesneden, platgeslagen en tot rails verwerkt. Deze conservendozen, oorspronkelijk gebruikt voor voeding, werden op vraag van Gérard door de buurtbewoners verzameld. Gérard gaf 5 Fr. per blik. Dit materiaal is van zeer hoge kwaliteit en biedt zelfs zoveel jaren later nog steeds beter weerstand dan ander blik, wat het verschil verklaart met de rails van andere merken van dezelfde ouderdom die men nog her en der aantreft.

Bedrukt plaatijzer voor de productie van de treintjes kwam er slechts na de oorlog, vanaf 1948. De grote platen van 70x50cm werden bedrukt geleverd door een ander bedrijf en daarna versneden. Verschillende stuken werden afgedrukt op één plaat. Nadat ze met de metaalschaar waren uitgesneden, werden ze uitgestampt en afgewerkt. De matrijzen waren nauwkeurig tot op 1/100 mm.

Gils produceerde in 1948 blikken stoomlocomotieven 'Gils Express' in rode of zwarte uitvoering. In 1950 en 1951 volgden nieuwe versies, in rood, zwart of blauw, waarvan een aantal uitvoeringen met een kleine weerstand in de schoorsteen. Het volstond dan er een collofoniumbolletje in aan te brengen om de stoomlocomotief echte rook te laten produceren. De benodigde collofoniumbolletjes werden 's nachts gemaakt. Een collofoniumreservoir werd boven een waterton geplaatst. Het product viel druppel per druppel in het water en verhardde. Men moest ze dan nog enkel samenbrengen in flesjes, zakjes of dozen voor de verkoop.

Opgelet, eerder werd er melding gemaakt van cellofaanbolletjes, maar dit was te wijten aan een foutieve vertaling. Het is weldegelijk collofonium (Colophane in Frans, Rosine in het Engels, ook de naam Hidersine wordt gebruikt). Dit is een extract uit hars van bepaalde dennebomen. Dit produkt wordt nog verkocht bijvoorbeeld in blokken voor het insmeren van strijkstokken voor violen. Dit produkt wordt echter in zeer veel toepassingen gebruikt! Colofonium komt van 'Colophon', een oude Ionische stad waar de dennebomen stonden waaruit dit hars werd gewonnen. zie oa. Wikipedia Nederlands, Engelse Wikipedia of Franse Wikipedia .

Enkele versies van deze Gils-Express locs hadden tevens een fluitsysteem ingebouwd in de tender.

In 1953 volgde weer een nieuwe productietechniek: opnieuw locomotieven in gegoten metaal, maar ditmaal zamac, een legering van Zink met toevoegingen van Aluminium, MAgnesium en Koper (Copper). Zo kwamen in 1953 stoomlocomotiefjes in zamac en in 1954, ook in zamac, volgden locomotieven gebaseerd op electrische locomotieven. Een diesellocomotief gebaseerd op de Belgische NMBS-dieselloc type 59 kwam er in 1956

Als laatste model kwam, in 1958, een model gebaseerd op het grote NMBS voorbeeld van een type 50 treinstel, in blik.


Bij het voorgaande kan opgemerkt worden dat de stoomlocomotieven in blik en zamac een locomotiefnummer droegen dat verwijst naar het jaar van constructie. Zo zijn er blikken Gils-Express locomotieven van 1948 (nr 0148) 1950 (nr 0150) en 1951 (nr 0151), en is de zamac stoomloc met het nummer 53-55 van 1953.

Ook in de rijtuigen en de goederenwagens is er een zekere evolutie te zien. De oudste rijtuigen waren in gegoten aluminiumlegering (SilverGils), de oudste goederenwagens hadden een opbouw die ten dele in hout was uitgevoerd, en met blikken draaistellen. Later volgde materieel in bedrukt blik, eerste nog met blikken draaistellen, later met mooi gevormde draaistellen in zamac, en met gegoten buffers in plaats van gedraaide buffers. Het laatste materieel is tevens voorzien van fijner uitgevoerde koppelingen.

Distributie

De voornaamste klanten van Gils waren de grootwarenhuizen (Grand Bazaar in Luik en Vaxelaire-Claes in Brussel). Dit betekende dat men éénmaal per jaar moest leveren, binnen zeer korte termijnen en tegen competitieve prijzen. Voeg hierbij dat de vertegenwoordigers uiteindelijk klaagden over de kwaliteit van dit materiaal dat niet vaak diende 'vervangen' te worden en u hebt een idee van de hardnekkigheid van de familie Gilles. Bovendien werden krachtens de internationale handelsbetrekkingen -voor het evenwicht van de beruchte handelsbalans- astronomische hoeveelheden treintjes van Märklin, JEP of Hornby, om het bij deze grote drie te houden, tegen zeer competitieve prijzen in België ingevoerd, ter compensatie van de door Belgische staalindustrie uitgevoerde spoorwegrails en betonijzer. Dit illustreert nog beter welke inspanningen Gilles en de hele ploeg moesten leveren om gedurende 20 jaar treintjes te produceren. Daar de familie Gilles zo kleinschalig werkte, was het ook nooit mogelijk om een exportvergunning te krijgen. De productie steeg nooit boven de 1000 dozen per jaar, en dit ondanks de voorkeur van kinderen voor het echte, mooi gekleurde Gils-materiaal boven de realistischer gevormde modellen van andere merken. Cyrille, de zoon van stichter Gérard Gilles, deed steeds demonstraties van de Gils treinen in Grand Bazaar tijdens de feestdagen. Men zag dat de vaders Märklin voor zichzelf kochten, en Gils voor hun kinderen. Zo kwam het ook meermaals voor dat de stock van Gils al uitgeput was voor het Sint-Niklaas was, en dat de demonstratietafel van Gils gebruikt werd voor de andere merken.

In 1965 was Sinterklaas een van zijn trouwste medewerkers kwijt. Na 20 jaar stopte de Firma Gils met de productie van haar treintjes. De charme van Gils heeft zij te danken aan de aanblik van deze speelgoedtreintjes die op ambachtelijke wijze geproduceerd werden in familiale sfeer, en dus niet de aanblik geven van een fabrieksmatig geproduceerd massaproduct, maar eerder de sporen draagt van de inspanning van een kleine groep mensen, die waakten over de degelijkheid van hun produkt, en werkten met passie voor hun taak, het speelgoed en... de trein....

De familie Gilles stapte over op de productie van soldeerbouten, spots (discobars, toneel,...), keukenventilatoren en momenteel verzorgen zij de installatie van industriële ventilatiesystemen.

Close encounters

In december 2003 had ik het genoegen om Cyrille Gilles te mogen bezoeken die nog steeds het huis met annex werkruimtes bewoonde waar de Gils-treintjes gefabriceerd werden. Hij toonde me de Gils-baan die hij had opgebouwd in de ruimte waar vroeger de assemblage van de treintjes gebeurde, boven de productiehal, waar de tijd was blijven stilstaan en de nostalgie alom aanwezig was. Enkele foto's:

Gils baan C. Gilles

Binnenzijde mal loc 53-55

Buitenzijde mal loc 53-55

Fabricageruimte

Fabricageruimte

Fabricageruimte

Fabricageruimte
C. Gilles rechts

Einde van een tijdperk?

In april 2006 heeft Cyrille ons verlaten. Met hem verdwijnt de laatste treintjesbouwer van de familie Gilles. Bedankt Gérard en Cyrille voor de betovering die jullie aan zovelen hebben geschonken!  Maar de vruchten van de noeste arbeid van de familie Gilles blijven tot op heden gekoesterd in diverse verzamelingen.

Er is ook Gils te vinden in de speelgoedmusea van Brussel, Mechelen en Ferrières

Een deel van de collectie in Brussel

Een deel van de collectie in Ferrières

En dan is er natuurlijk deze website en mijn demonstratiebaan, waarmee ik Gils af en toe terug even in de bekendheid breng...

HOME CONTACT bottom-banner